Bij de inrichting van de Ticketingmodule wordt automatisch de volgende structuur gehanteerd:
Afrekenfunctie: er dient bepaald te worden op welke afrekenfunctie de omzet van de verkochte e-tickets moet worden geboekt. Meestal wordt hier een aparte betaalwijze voor aangemaakt.
Hoe stel je dit in?
Stap 1. Ga in Qonline naar Tabellen > Afrekenfuncties.
Stap 2. Klik op 'Voeg item toe'.
- Nummer: Kies een beschikbaar nummer (lager dan 79)
- Omschrijving: bijvoorbeeld ‘e-tickets totaal’
- Maximaal bedrag: het maximale bedrag dat per boeking kan worden geboekt
Kassanummer: er dient bepaald te worden op welk kassanummer de omzet van de verkochte e-tickets moet worden geboekt. Meestal wordt hier een aparte kassa voor aangemaakt.
Stap 3. Ga in Qonline naar Communicatie > Kassa’s.
Stap 4. Klik op 'Voeg item toe'
- Nummer: Kies een beschikbaar nummer;
- Omschrijving: bijvoorbeeld ‘ticketshop’.
Activeringsobject: er dient minimaal één activeringsobject te worden gedefinieerd. Deze zorgt ervoor dat alles dat hieraan gekoppeld is ook actief is binnen de ingestelde begin- en einddatum.
Er dient minimaal één activeringsobject aangemaakt te worden:
Stap 5. Ga in Qonline naar E-ticketing > Activeringsobject.
Stap 6. Klik op 'Voeg item toe'.
Stap 7. De datumvelden voor het activeren en deactiveren kunnen worden ingesteld op een vaste datum, maar je kunt ook instellen dat de datumvelden van het betreffende evenement worden gebruikt om te bepalen of de kassa de ticket accepteert. Meestal wordt de eerste variant gekozen.
Evenement: een evenement is een gebeurtenis. Aan een evenement koppel je e-tickets. Deze e-tickets horen bij dit evenement. In de webshop wordt het evenement getoond als een ‘kopje’ waaronder de bijbehorende e-tickets worden getoond en besteld kunnen worden.
Op de kassa stel je als gebruiker in (door middel van het scannen van een barcode) van welk evenement de tickets kunnen worden gescand. Op verzoek van de klant kan JewelLabs een barcode beschikbaar stellen, waarmee de kassa in alle evenementen is geregistreerd en dus e-tickets van alle evenementen kan scannen. Lees hier hoe je een evenement aanmaakt.
Artikelen (e-tickets): elke e-ticket is een artikel in Qonline met als kenmerk ‘e-ticket’. De prijs is de verkoopprijs van de e-ticket in de webshop. Aan een e-ticket-artikel wordt altijd een toegangsartikel gekoppeld. Bij het scannen van een geldige e-ticket wordt de toegang op het gekoppelde toegangsartikel geregistreerd. Lees hier hoe je dit instelt.
Artikelen (toegang): Een toegangsartikel is een artikel met als kenmerk ‘toegang’. Lees hier hoe je dit instelt.
Een verkochte e-ticket resulteert niet altijd in een bezoek. De omzet van e-tickets is dus iets anders dan het aantal bezoekers met een e-ticket. Verkochte e-tickets zorgen voor inkomsten, alleen de gescande e-tickets zorgen voor bezoekers (ook in de rapportage naar de Museumvereniging).
Transactiekosten: er dient bepaald te worden op welk artikelnummer de transactiekosten van de ticketshop moeten worden geboekt. Ook wanneer er geen sprake is van transactiekosten moet dit worden ingesteld, het is verplicht in deze koppeling. Meestal wordt hier een apart artikel voor aangemaakt. Lees hier hoe je dit instelt.
Datumvelden: in verschillende tabellen leg je een begin- en einddatum vast. Hieronder een beknopte uitleg van deze datumvelden:
- Activeringsobject: Wanneer mag de ticket worden geaccepteerd door de kassa?
- Evenement: Wanneer vindt het evenement plaats?
- Artikel (e-ticket): Wanneer mag deze e-ticket worden verkocht in de webshop?